FRANSUM, een stenen preekstoel
Als enige kerk in de provincie Groningen heeft Fransum een gemetselde bakstenen preekstoel uit de middeleeuwen. Aan het einde van de 14e en de loop van de 15e eeuw werd het in kerken steeds meer de gewoonte dat de preek werd opgedragen door een speciaal daarvoor aangestelde geestelijke, de predikant. Deze grotere waardering van de preek, die een steeds grotere plaats innam in de dienst, maakte dat in veel kerken in deze periode een preekstoel kwam.
Dit eenzaam gelegen kerkje is gebouwd voor de cisterciënzer monniken van Aduard. Aanvankelijk met een romaans schip met 3 traveeën. Een daarvan is later vervangen door een driezijdig gesloten koor. Westgevel en laatgotische koor zijn in de 16e eeuw gebouwd. De 17e eeuwse dakruiter heeft een achtkantige lantaarn. Bij de restauratie van 1949-1950 zijn de later ingebroken grote vensters van het schip vervangen door een drietal kleinere vensters. De wierde is nooit bebouwd; het was eigen terrein van de monniken.
Eenzaam staat de kerk van Fransum in het landschap op haar wierde. De kerk werd in de dertiende eeuw gebouwd door de monniken van het Cisterciënzer klooster te Aduard. Na de Reductie (de invoering van de Reformatie, in Groningen was dat in de jaren negentig van de zestiende eeuw) vervielen de kloostergoederen aan de provincie. De Provinciale Staten namen de zorg voor de kerken over en de opbrengsten uit de voormalige kloostergoederen werden gestort in een fonds waaruit onderhoud en herstel van o.a. kerkgebouwen en predikantstraktementen werden betaald. De bezittingen van Fransum brachten niet genoeg geld op om een dominee te betalen, de provincie vulde het ontbrekende bedrag aan uit het fonds der kloostergoederen. In 1809 nam de Staat de aanvulling van de traktementen over.
Het kerspel Fransum was aanvankelijk zo klein dat de gemeente werd gecombineerd met Feerwerd, daarna met Aduard en in 1611 met Den Ham. In 1909 werden de kerkdiensten alleen nog in Den Ham gehouden. Na de laatste dienst in Fransum ging de toestand van de kerk achteruit. Een verzoek om subsidie werd door de Minister afgewezen, ook van een overname door het Rijk kon, gezien de onzekere situatie (Eerste Wereldoorlog) geen sprake zijn. Er is nog overwogen om de kerk naar het Openluchtmuseum te Arnhem over te plaatsen, dit is tenslotte niet gebeurd.
Bij de laatste kerkdienst kwam er slechts één kerkganger naar de dienst. De predikant wilde uiteindelijk deze laatste dienst maar afgelasten maar de bezoeker protesteerde: het aantal gelovigen zou niet uit mogen maken. De dominee stemde hiermee in, op voorwaarde dat de kerkganger goed mee zou zingen. Naar verluidt werd het een dienst met veel liederen.