GARNWERD, Liudgerkerk

De romano-gotische kerk op de wierde van ‘Granawurth’ stamt waarschijnlijk uit de 12e of 13e eeuw en heeft Sint-Liudger als patroon. In de kerk is fraai meubilair uit de 17e en 18e eeuw te bewonderen, waaronder een kleine barokke avondmaalstafel.

Tot de restauratie van 1976 was de geschiedenis van de kerk afgedekt met lagen pleisterkalk. Na het afpellen hiervan was te zien dat de romano-gotische koorsluiting ergens in de 13e eeuw gebouwd moest zijn. De grote vensters aan noord- en zuidkant zijn na de Hervorming aangebracht. De kerk toont aan de westkant een forse zadeldaktoren uit de 18e eeuw die een oudere toren vervangt. De toren heeft drie geledingen die gescheiden worden door zandstenen waterlijsten. De toren en de daarmee samenhangende westgevel dateren in hun huidige vorm van 1751, zoals de gedenksteen

Een versierde steen met tekst aangebracht ter nagedachtenis aan een gebeurtenis of een persoon. Grafstenen in en om de kerk van Zuurdijk boven de ingang vermeld. Binnen wordt de kerkruimte gedekt door een houten tongewelf, dat aan west- en oostkant vierzijdig is afgesloten. Ongetwijfeld heeft de kerk oorspronkelijk stenen gewelven gehad.

In de toren zien we een grote zerk uit 1538 en een met zonneraderen versierd sarcofaagdeksel van Bremer zandsteen uit de 12e of 13e eeuw.

De kansel uit het begin van de 18e eeuw wordt omgeven door een eenvoudig doophek. De herenbank met rococoversieringen komt zonder twijfel uit de late 18e eeuw. Buitengewoon fraai is de kleine Louis Quatorze avondmaalstafel uit de late 17e eeuw. Het orgel, dat L. van Dam in 1809 bouwde, werd in 1867 bekroond met gipsen beelden van de hand van S. van Lekkum. Van links naar rechts wordt geloof, hoop en liefde uitgebeeld.

Sint-Liudger was een vroegchristelijke zendeling, die bekend geworden is als de “Apostel der Friezen en Groningers”. In 777 begon Liudger zijn apostelwerk in Deventer. Zijn werkzaamheden breidden zich uit naar het noorden, tot in de verste uithoeken van het Friese Zeerijk.
Een belangrijke rol in de verbreiding van Liudgers bekendheid heeft volgens zijn levensbeschrijving door zijn neef Altfridus de genezing van de blinde bard, Bernlef, gespeeld. Tijdens een van zijn reizen door het Groningerland ontmoette Liudger deze dichter in Helwerd. Hij trachtte Bernlef tot het christendom te bekeren. Bernlef zei daarop tegen Liudger: “Als uw God zo machtig is, toon mij dan een teken”. Liudger legde daarop zijn handen op de ogen van de bard en sprak een gebed uit, waarna de blinde man weer kon zien. Het verhaal van deze genezing zou als een lopend vuurtje rond zijn gegaan.