DE VERDWENEN WIERDE LUTKEHUIZEN

Foto genomen vanaf de Schouwerzijlsterweg.

Ook als je goed kijkt, zie je niets terug van de Wierde van Lutkehuizen. Deze wierde is door de vraag naar vruchtbare wierdegrond verdwenen naar de arme zandgronden van Drenthe. Het is niet zo verwonderlijk dat deze wierde al vroeg werd afgegraven; de ligging naast het Winsumerdiep maakte de afvoer per wierdeschip zeer eenvoudig. Oorspronkelijk liep er een weg van Baatjesborg over Lutkehuizen naar de wierde van Groot Maarslag. Deze Hereweg werd in de eerste helft van de 19e eeuw verplaatst naar de huidige weg langs het Winsumerdiep. Wie een idee wil hebben van de locatie van de wierde, kijkt 400 meter voorbij Baatjesborg richting Mensingeweer.

De afgegraven wierde werd in eerste instantie te diep afgegraven en later weer op veldhoogte gebracht. Lange tijd kon men de wierde, die 65 juk groot was (ca. 30 ha), nog herkennen aan een vochtige plek in de weilanden. Nadat de grond hier iets werd opgehoogd, verdween de wierde geheel van de aardbodem.

Ondanks dat de wierde onzichtbaar is, is de geschiedenis van de adellijke familie Onsta hier wel aan verbonden. Al in 1458 bezaten de machtige Onsta’s de wierde Lutkehuizen. Hun stamslot was de sterke borg te Sauwerd. Ook in Lutkehuizen bezaten zij een landgoed of heerd met 98 hectare land, waaronder de wierde. Rond 1570 wordt Eijlcke Onsta eigenaar van de landerijen, waarna het snel bergafwaarts gaat met het bezit. Eijlcke vermoordt op 11 april de pastoor van Bedum en wordt gevangengezet. In gevangenschap kan hij zijn financiën onvoldoende beheren en raakt zo de landerijen kwijt. In 1575 overlijdt Eijlcke, nog steeds in gevangenschap, aan de pest. Naast de wierde lag ook een brug over het, toen nog smalle, Winsumerdiep. In 1459 werd het Winsumerdiep dwars door Onstaland gegraven. Om eenvoudige toegang te houden, werd het waterschap verplicht de Lutkehuizenbrug aan te leggen en te onderhouden.

Na de gedwongen verkoop in 1573 vervallen de adellijke rechten die aan Lutkehuizen verbonden waren. Het gebied wordt opgesplitst en de Lutkehuizerheerd wordt een gewone boerderij. Het wordt bewoond door beklemde meiers (een pachtconstructie waarbij de hoogte van de pachtsom amper wijzigt). De grond wordt begin 19e eeuw afgegraven en van adellijk Lutkehuizen verdwijnt ieder spoor.