De vorst is nog maar net uit de grond als op 3 maart 1933 burgemeester Wildervanck de Blécourt naar Garnwerd afreist. Daar zal hij aan het Reitdiep de officiële openingshandeling verrichten van de nieuwe brug. Naast de plaatselijke notabelen en regionale bestuurders is er op deze vrijdag ook veel belangstelling onder de burgerbevolking. Door het naar beneden draaien van de brug lag er bijna 25 jaar na het eerste verzoek een vaste verbinding tussen Middag en Hunsingo. Na afloop gaf de schooljeugd liederen ten gehore en speelde Triton het Wilhelmus waar spontaan bij werd meegezongen. Ondernemer Egbert Hammingh, eigenaar van de scheepssloperij, van het café en de veerpont, moet met gemengde gevoelens langs de kant hebben gezeten. Hij raakte een lucratieve inkomstenbron kwijt die goed was voor ca. 1000 gulden per jaar.
Nadat het Reitdiep gegraven was heeft de provinciale overheid ervoor gezorgd dat er een veer kwam over het nieuw gegraven kaarsrechte kanaal. Tussen 1631 en 1888 werd dat met een klein veerbootje gedaan. Daarbij was afgesproken dat de inwoners van Klein Garnwerd vrije overgang hadden. Mochten er paarden en koeien worden overgezet dan werden deze aan een touw vastgebonden en zwommen ze achter de veer naar de andere kant. Nadat in 1888 de brug bij Wierumerschouw gereed was werd die grotere veerpont door de gemeente gekocht en bij Garnwerd ingezet. Toen Egbert Hammingh (de derde generatie Hamminghs) in 1914 het veerrecht in handen kreeg achtte hij zich een zelfstandige ondernemer. Hij had het veerrecht van de overheid gekocht en kon vervolgens naar eigen inzicht proberen daarmee geld te verdienen. Dat had gevolgen voor de bewoners van Klein Garnwerd, die moesten voortaan wel de overtocht betalen. Een boer uit Klein Garnwerd pikte dat niet en ging naar de rechter. Er volgde een rechtszaak waarin Hammingh gelijk kreeg. Hammingh had een publieksrechtelijke onderneming, daardoor hoefde hij mensen niet gratis over te zetten. Inwoners van Klein Gan1werd kochten vervolgens een eigen boot waarmee zij zichzelf alsnog gratis konden vervoeren.
Sinds 1907 waren belanghebbenden in Garnwerd en Klein Garnwerd bezig een brug over het Reitdiep voor elkaar te krijgen. De provincie was echter zeer terughoudend. Als argument werd gebruik dat de oostwest verbinding over het Reitdiep geen directe aansluiting heeft op bestaande provinciale wegen. Het ‘comité ter bevordering van de overbrugging van het Reitdiep bij Garnwerd’ kreeg pas na 23 jaar, omstreeks 1930 beweging in de zaak. Hiervoor moest ze zelf flink in de buidel tasten. Maar liefst 14.245 gulden bracht het comité bijeen. De bouwkosten waren beraamd op 45.000 gulden, daarvan droeg de gemeente Winsum 5.000 gulden bij, gemeente Ezinge 15.000 en de provincie de resterende 10.755 gulden.
Een ander probleem veroorzaakte de eigenaar van het veer, die zag zijn jaarlijkse inkomstenbron van ca. 1000 gulden per jaar verdwijnen. Veerman Hammingh eiste een vergoeding van 25.000 gulden van de provincie. Die bood hem echter 8000 gulden. Wederom stond Egbert Hammingh bij de rechter, alleen verliep het deze keer niet zoals hij gehoopt had. In 1917 had hij aangegeven dat hij de veerknecht was van de provincie die het veer had ingesteld, hij was dus geen veerrechthouder. Nu dacht hij er anders over, om een vergoeding te krijgen moest hij veerrechthouder zijn. In dat geval zou de provinciale overheid verantwoordelijk zijn voor zijn inkomstenderving en kon hij een vergoeding eisen. De advocaat van de overheid herinnerde Hammingh en de rechter eraan dat het, zoals in 1917 was vastgesteld, een publieksrechtelijke onderneming was. Daardoor hoefde er geen vergoeding voor het opheffen van het veer te worden betaald. Nog voor het tot een uitspraak kwam werd de zaak geschikt. De provincie kwam met 4500 gulden over de brug. In de jaren erna kwam door het verdwijnen van houten schepen ook aan de scheepssloperij van Hammingh een einde. Gebleven is het café op de dijk waar het nog steeds uitstekend toeven is.
Bronnen:
Historische Groninger rechtszaken (2011), Paul Brood en Rene Flach, p. 42-49
tussen meeuw en leeuw (2014), Fokko Leutcher e.a., p. 92-99
De Scheepssloperij in Garnwerd (2016, Egbert en Jelda Hammingh
Groninger archieven