Vroeger werden overledenen in en rond de kerk begraven. Wie niet de middelen had voor een plaats binnen de muren van de kerk gaf de voorkeur aan de zuidkant op het kerkhof. Het liefst ook nog eens zo dicht mogelijk bij de muur van het gebouw. Niemand wilde een graf aan de noordkant. Daar kwamen de armen, vreemdelingen en zwervers, allen zonder grafsteen. Bij de kerk van Zuurdijk is dit verschil tussen de noord- en zuidkant goed te zien. Aan de zuidkant dicht op elkaar fraai versierde graven, sommigen omgeven met een fraai hekwerk. Hier liggen rijke boerenfamilies zoals de Torringa’s. Op hun grafzerken zie je een gevarieerde collectie doodssymbolen zoals de zandlopers, zeis, doodskop, treurwilg, geknakte bloem en uitdovende fakkel. Dat hier een boerengemeenschap ligt begraven is te zien aan de landbouwkundige symbolen zoals de korenschoof, hooivork, dorsvlegel, eg, schep en de kar- of radploeg. Hoewel Zuurdijk in de eerste helft van de 19e eeuw een van de rijkste dorpen van Groningen was, woonden er ook veel minderbedeelden. Velen van hen kwamen terecht onder de zoden aan de noordkant van de kerk. Op het verhoogde kerkhof aan de noordkant van de kerk stonden vroeger houten paaltjes van arme overledenen. Deze werden in de loop der tijd verwijderd of vergingen, uiteindelijk bleef alleen nog een grasveld over. Onder de zoden van het grasveld liggen tallozen die arm gestorven zijn.
Deze ongelijkheid tot in de dood werd opgemerkt door de Groninger hereboer Geuchien Zijlma (1842-1922). Zijlma was actief als gemeente- en provinciebestuurder, en van 1892-1909 een vooruitstrevend liberaal lid in de Tweede Kamer en later weer lid (1911-1916) van de Eerste Kamer. Verder was hij een verdienstelijk schrijver die onder andere het leven van de Zuurdijkster dorpsgemeenschap vastlegde. Zo schreef hij het gedicht over Joapke uit het armenhuis.
‘Joapke’ uit het armenhuis’.
Woar leggen dien voai en moui, Joapke?’
Den begund’ er te reeren en zee: hij wit ’n nyt meer.
Verleden joar har der ’t nog zyn kend maor nou was ’t gras er al overwossen.
Nee, ’t stumper Joapke wist nyt meer, en kon ’t ook nyt meer wyten,
want kerkvoogden wollen er ’n knappe boudel hemmen, en meester arbaidde op ’t grasgewas;
zoodounde waszen dei rauwe ophoogseltjes al weer slicht maokt;
’t was ja aan noorkant.
’t Gras wös er al gelieke weelderg weer over hen, en ’n poaltje stond ‘er nyt’.
Naar aanleiding van een prijsvraag ter gelegenheid van het 50-jarig bestaan van Stichting Oude Groninger Kerken zetten de inwoners van Zuurdijk zich in voor een passend monument voor de vergeten doden. Zij organiseerden een opvallende kaartenactie. Met hun idee ‘Armhoes Joapke’ werd de eerste prijs gewonnen en kwam er in 2009 een gedenksteen. Deze door beeldhouwer Bertus Onderwater ontworpen steen draagt bovenstaand gedicht over ‘Joapke’ uit het armenhuis.