WATERSCHAPSHUIS ONDERDENDAM

‘Dei nait wil diek’n mout wiek’n’ staat te lezen op de gevel van het oude Waterschapshuis in Onderdendam. De deels vervaagde letters geven aan dat dit gebouw van doen heeft met waterbeheersing. Uit de tekst blijkt dat voor waterbeheersing discipline nodig is, en dat gaat weer gepaard met regels. Een mooi voorbeeld uit het verleden is de zijlvestbrief uit 1382 waarin de abt van Aduard allerlei regels opstelt voor het Aduarderzijlvest. Zo’n zijlvest, het latere waterschap, is een zeer oude bestuursvorm.

In Onderdendam, gelegen op een snijpunt van land- en waterwegen, profiteerden lange tijd neringdoenden en herbergiers van de gunstige ligging. Niet zo vreemd dat het waterschapshuis, vroeger het Zijlvestershuis, gebouwd werd op dit toenmalige knooppunt voor o.a. de trekvaart, waardoor het goed bereikbaar was. Het Winsumer- en Schaphalsterzijlvest vergaderde tot 1619 in herberg “De Moriaan”. Nadat de trekvaart via Zuidwolde en Bedum was verbeterd werd besloten tot de bouw van een zijlvesthuis. Het werd een gebouw dat de Ommelander Adel niet misstond. Niet zo verwonderlijk want adellijke families als Lewe, Alberda en Van Sytzama speelden er tot 1795 de hoofdrol. Tijdens de onrustige jaren na de Franse inval leed het gebouw aanzienlijke schade. Zo werd de geveldecoratie, bestaande uit de wapens van zijlvesten, vernield.

Organisaties voor waterbeheer kwamen in eerste instantie tot stand onder leiding van een klooster, waar destijds kennis en bestuurskracht aanwezig waren. Regels, ook wel keur genoemd, gaven aan wat wel en niet in een zijlvest mocht. Bij nalatigheid of overtreding volgden sancties. Voor een belangrijk deel kwam dat neer op het credo ‘Dei nait wil diek’n mout wiek’n’.
In Nederland is waterbeheersing van groot belang. Zoals hierboven aangegeven waren er in de dertiende eeuw al organisaties die zich daarmee bezighielden. De kleinste eenheden waren toen zijlrechten of zijl-eden. Hier betaalden de ingelanden belasting voor onderhoud van sluizen en pompen. Ook kende men dijkrechten waar men belast werd met zorg voor de dijken. Aan het hoofd van zo’n kleine eenheid stonden zijl- en dijkrechters. Dezen werkten weer samen in een overkoepelende organisatie die schepperij werd genoemd. Aan het hoofd van een schepperij zat een schepper. De opperste of overste schepper was het hoofd van een zijlvest waarin alle schepperijen verenigd waren. Halverwege de negentiende eeuw veranderde dit toen de Provinciale Staten van Groningen boezemwaterschappen vormden, een gebied dat via één uitgang naar zee afwatert.

Links wapen Hunsingo, rechts wapen Ommelanderzeedijk

Het eerste boezemwaterschap ontstond uit de zijlvesten Winsumer en Schaphalsterzijlvest, Houwerzijlvest, Schouwerzijlvest en Wetsingerzijlvest. Dit nieuwe waterschap “Hunsingo” werd in 1856 gehuisvest in het waterschapshuis van Onderdendam. Overigens was destijds niet iedereen het met dit samengaan eens. Ruim 600 boeren met stemrecht probeerden het met een petitie naar de koning te voorkomen. De vorming van een grotere organisatie overtrof echter het individuele belang en de samenvoeging werd doorgezet. De grotere en daadkrachtigere organisatie zorgde al in 1858 voor een nieuwe sluis bij Zoutkamp, waarmee de afwatering naar zee werd verbeterd. Telde ons land halverwege de negentiende eeuw nog zo’n 3500 waterschappen, tegenwoordig zijn ze gebundeld tot nog maar 21. 

Boven de deur van het adellijke pand in Onderdendam is het wapen van waterschap Hunsingo goed herkenbaar. Op het dak is dat wapen ook te zien samen met het wapen van de Ommelanderzeedijk. Een modern waterschap draagt tegenwoordig zorg voor het veilig houden van alle waterstromen zoals bescherming door dijken en waterafvoer, maar ook het schoonhouden ervan.

Het waterschapshuis werd ook voor andere bestuurdersbijeenkomsten gebruikt. Zo was dit de plek waar dominee Hendrik de Cock uit Ulrum door het regionale bestuur van de Hervormde Kerk werd geschorst. Daarmee werd de afscheiding van 1834 ingezet en werd de Gereformeerde Kerk, ook wel de kerk ‘van de kleine luyden ‘gesticht.
Ook vond hier in 1837 de oprichting van het ‘Genootschap ter bevordering van de Nijverheid’ plaats. Dit genootschap wilde de verbeteringen en modernisering van Nijverheid in het algemeen en die van de landbouw in het bijzonder bewerkstelligen.

Na het samengaan van diverse waterschappen in 1995 tot waterschap Noorderzijlvest werd de behuizing te krap. Tegenwoordig is hier het hoofdkantoor van Stichting de Hoven gevestigd, verantwoordelijk voor diverse verzorgingstehuizen in onze omgeving. Het monumentale pand is symbolisch voor het waterverhaal, binnenkort wordt het op verzoek van de gemeente Groningen dan ook weer door Noorderzijlvest teruggekocht. De herbestemming is echter nog niet duidelijk.

Bronnen:

  1. Watererfgoed Onderdendam:
  2. Waterschapshuis:
  3. Masterscriptie van Mirjam de Boer (2019):