Ommelander Courant donderdag 19 september 2024
WARFFUM-UITHUIZEN
ZOUTKAMP – De schoonheid van de eigen omgeving wandelend ervaren, zo kan het beste de tocht van Zoutkamp naar Stad worden omschreven. Het is een wandeling die Winsumer Aad van der Drift samen met vriend en wandelaar Herman Haan maakt. Voor 50 cent kocht hij bij de kringloop het boekje Wandelen in Groningen langs het Hunze- en Fivelpad en aan de hand van dit ‘vergeten’ pad (waarvoor de naam Ommelanderpad niet zou misstaan) brengt hij een ode aan Het Hogeland. Vandaag deel 4: van Warffum naar Uithuizen.
We starten voor de ingang van Openluchtmuseum Het Hoogeland. Een museum waar je kunt ervaren hoe het leven in onze omgeving omstreeks 1900 was. Vanaf het oude schoolplein lopen we richting Oosterstraat. Het opvallende oude gemeentehuis dat hier staat is nu een gezondheidscentrum. Als we de tuin aan de achterkant van het museum passeren, zien we een groot uitgevallen speelgoedmolentje. Het is de David, het kleinste nog werkende houtzaagmolentje van ons land. Naast de tuin staat een huis waar op een van de ramen in ouderwetse letters ‘Vleeschhouwerij’ staat. Daaronder drie Hebreeuwse letters, die kosher betekenen. Het doet herinneren aan een tijd dat de Joodse gemeenschap onderdeel was van de Warfumer leefgemeenschap. Als we onze weg door de Oosterstraat vervolgen, komen we in de straat vijf Stolpersteine tegen. We zien op het huis naast de glimmende stenen een gevelbordje met daarop ‘Poerre’. Hier woonde de Joodse slager, socialist en verdienstelijk toneelschrijver Benjamin Broekema, die Poerre werd genoemd. Hij werd in 1942 in Auschwitz vermoord.
Bij de spoorwegovergang staat een opvallende naam op de gevel van een wit huisje. In sierlijke letters lezen we ‘Spanje’. Dit huisje ligt het meest zuidelijk van het dorp, waardoor het die merkwaardige naam kreeg. Strakke wegen voeren ons door het land. De warme avondwind maakt zelfs een wandeling over de asfaltweg aangenaam. We zien dat in de berm diverse planten weten te overleven ondanks de auto’s die op deze smalle weg vaak de berm inschieten.
In de verte zien we een met gras overdekte afvalbult, die 25 meter boven het landschap uitsteekt. Kort nadat we het hoogholtje over de Delte, ook wel de Usquerdermaar genoemd, hebben gepasseerd, zijn we in Bethlehem. Niet in het heilige land, maar op een wierde bij Rottum. Aan het eind van een lang pad ligt in de verte een deftige herenboerderij met melkkoeien.
Rottum en omgeving kent een boeiende kloostergeschiedenis. De wierde van Rottum was tot aan de Reformatie een belangrijk benedictijner klooster. Het was bij de oprichting van het klooster niet ongewoon dat mannen en vrouwen er samen woonden. Omwille van de regelmatig niet al te nauw nageleefde kuisheidsbelofte werd buiten Rottum een nonnenconvent gesticht op de wierde waar nu boerderij Bethlehem staat.
De streek rond Rottum had op de religieuze middeleeuwse wereld een enorme aantrekkingskracht. Hier had de succesvolle bekeerder Liudger halverwege de 8e eeuw een heidense tempel vernietigd en alle dorpelingen gedoopt. Hij wordt ook wel de Apostel der Friezen genoemd. Verderop bij Helwerd (hetgeen heilige wierde betekent) verrichtte deze missionaris een wonder: door handoplegging genas Liudger het zicht van de blinde dichter Bernlef.
In Rottum kijkt vanaf de muur van het kerkhof dichter en schrijver Jan Boer ons fier aan. Naast hem het hoeske van Thais Joaptje, waar hij ooit over schreef. In het 1-kamerhuisje woonde ooit Joaptje, de vrouw van Thais. Het huisje is nu een aandoenlijk museumpje dat het zware en armoedige leven van het grootste deel van de plattelandsbevolking laat zien. In Jan Boer zijn dichtbundel Nunnekes staat een zin die passend is voor de wandeling van vandaag:
De lucht is wiet en blauw, de horizon is vree, ‘t Laand ligt der in ‘t zonnegloren, zo wiet as ‘k kieken dee.
Langs een smal pad aan de afgegraven kant van de wierde verlaten wij Rottum. We slaan vlak voor de boerderij die op de wierde van Helwerd ligt af. Op een grote akker worden aardappels gerooid. We zijn in het land waar vroeger de rijkste en welvarendste boeren van ons land leefden. Eindeloze akkers omringen ons, soms lijkt het dat je kijkend in de verte stil blijft staan. Kenmerkend zijn ook de brede rechte tochten en eeuwenoude meanderende maren.
Hoewel we richting Uithuizen gaan, zien we dit ooit zo belangrijke en welvarende dorp pas na een bocht in de weg liggen. In die bocht staat toch weer een klooster. In traditionele boeddhistische kleuren wapperen vlaggen. Op de gevel van het gebouw staat Zen River, en in de tuin een klein boeddhistisch aandoend poppetje. Hier is sprake van boeddhisme op Groninger klei.
Lopend door Uithuizen kun je de welvarende geschiedenis herkennen. Het dorp groeide na 1850 dankzij de graanteelt. Er waren veel arbeiders nodig en er ontstond een kleine zeer rijke bovenlaag. Dankzij de toenemende uitbreiding kreeg het dorp een kleinstedelijk karakter. Dit is nog te zien in Hoofdstraat West en Hoofdstraat Oost. Hier woonden de notabelen en stonden de winkels. Diverse bouwstijlen van destijds gerenommeerde architecten verdienen enige aandacht. Helaas zijn er wel een paar maren. Zo is het mooie gemeentehuis dat ooit door de Groninger gemeentehuizenarchitect Van Wissen werd ontworpen een lelijk allegaartje van aanbouwsels geworden. Prachtige winkels staan leeg en hun gevels raken in verval. Op meerdere plekken is te zien dat de oude bebouwing is vervangen door saaie nieuwbouw.
De Jacobikerk, eigenlijk de Dionysiuskerk, staat halverwege de Hoofdstraat en is meer dan de moeite waard om te bekijken. Alleen al het prachtige houtsnijwerk van de preekstoel en het Arp Schnitger-orgel zijn een lust voor het oog. Als we de preekstoel nader bekijken, ontdekken we daarop zelfs nog de blinde bard Bernlef. We naderen ons eindpunt, de Menkemaborg.
Genieten van een prachtig uitzicht over Het Hogeland aan de rand van de nagenoeg ongeschonden wierde van Warffum.