De kilometerpaaltjes in Groningen
Even ongemerkt als ze kwamen, zijn ze ook weer verdwenen: de paaltjes van tekenaar Oltmans. Oorspronkelijk waren deze paaltjes bedoeld als kilometeraanduiding; later gaven ze ook provinciegrenzen en duikers aan. Het plaatsen van de paaltjes omvatte veel meer dan hun fysieke aanwezigheid doet vermoeden. Met de kilometeraanduiding komen we voorzichtig terecht in de moderne cartografie. Bijzonder is het verhaal van de paaltjes, maar ook het feit dat er tien in Winsum staan.
Kaarten van Kooper
Een mooie bron voor het verleden van stad en ommeland is de verzameling kaarten van ir. Johan Kooper, tussen beide wereldoorlogen hoofdingenieur-directeur van de Provinciale Waterstaat. Hij verzamelde deze kaarten vanuit historisch oogpunt en niet zozeer vanwege de kunsthistorische waarde. De verzameling kocht hij bij antiquariaten en op veilingen. In 2003 verzorgde Meindert Schroor in opdracht van de Provincie Groningen een prachtig boekwerk met deze kaartenverzameling, aangevuld met een aantal ontbrekende kaarten. Daardoor is de Atlas van Kooper een goed overzicht van provinciale kaarten uit de vroegmoderne tijd (1650-1870). Na de Franse tijd waren veel taken van de Provincie overgeheveld naar de landelijke regering.
Bij de kaart:
Deze kaart is een uitsnede die de route Groningen-Maarhuizen aangeeft. Belangstellenden kunnen de volledige kaart bij de Groninger Beeldbank downloaden. Op locaties met nummers langs de gele wegen hebben de paaltjes gestaan (link: Beeldbank Groningen, identificatienummer: NL-GnGRA_2376_3).
Legenda:
Rode lijnen: Rijkskunstwegen Gele lijnen: Provinciale kunstwegen
Blauwe lijnen: Water Blauwe lijnen met streepjes: Gemeentegrens
Voor de Provincie bleven waterstaat en zorg voor het wegennetwerk belangrijke taken. Er was een groot economisch belang om dit goed aan te pakken. De liberale volksvertegenwoordigers, die afkomstig waren van ondernemers en de gezeten boerenstand, hadden voor hun handel en wandel een degelijk weg- en waternetwerk nodig. Doordat in de tweede helft van de 19e eeuw de wegen werden verbeterd en spoorlijnen aangelegd, ontstond behoefte aan een nieuwe wegkaart. De eerste moderne kaart van onze provincie werd in 1857 gemaakt. In opdracht van de Provincie doorkruiste civiel ingenieur K. van Rijn stad en land. Met peilschalen, peilmerkstenen en peilmerkbouten verrichtte hij overal metingen. Bij hoogtemetingen ging men toen nog uit van het Winschoterpeil dat 81 cm boven Amsterdams peil lag.
Na de wegkaart volgden er nog twee: die van 1861 ging over waterpassingen en de ander uit 1869 over waterwegen en kanalen. Op basis van de eerste kaarten kreeg J. Kater, als civiel hoofdingenieur, in 1865 opdracht om de infrastructuur van de provincie ingrijpend te verbeteren. In de tweede helft van de 19e eeuw ging de regering over tot de aanleg van een rijkswegennet. Tevens werd door de Spoorwegwet van 1860 de aanleg van spoorwegen versneld. Daardoor was sinds het uitbrengen van de kaart uit 1857 het spoorweg- en wegennet weer aanzienlijk uitgebreid. Op 13 juli 1876 kreeg Kater de opdracht van de Provinciale Staten om een nieuwe provinciekaart te vervaardigen. De schaal van de kaart was 1:50.000 (iedere centimeter was in werkelijkheid 500 meter). Het werd een nauwkeurige kaart met spoorlijnen, dijken, grenzen, hoofdplaatsen, kerken, sluizen, duikers, bruggen en tollen. Net als bij eerdere kaarten moest alles bereisd en handmatig opgemeten worden, een tijdrovende opdracht. Het resultaat was, wat men toen noemde, een moderne wegkaart. De wegkaart had nummers bij de voornaamste wegen; later kwamen op die genummerde locaties de karakteristieke gietijzeren kilometerpaaltjes te staan.
Het paaltje van Oltmans
Na het vervaardigen van de kaart kreeg tekenaar T. Oltmans in 1878 de opdracht om een ijzeren kilometerpaal te ontwerpen. Deze kilometerpaal werd 70 cm hoog en had twee stijlvolle massieve zijvleugels waarop de cijfers voor de kilometers waren gegoten. Deze ontwerptekening is nog in het Groninger Beeldarchief aanwezig (identificatienummer: NL-GnGRA_817_2716.3).
Ontwerp
De palen waren oorspronkelijk lichtgeel geverfd en hadden duidelijk leesbare zwarte letters. Op de twee uitstekende vleugels van de paal stonden meestal hele kilometers, soms halve. Als er een halve kilometer op stond, had dat te maken met een nabijgelegen dorp, gehucht of gemeentegrens. Zo stond er op de gemeentegrens tussen Winsum en Bedum een paaltje waarop 17½ km te zien is.
De foto hiernaast is gemaakt in 1974 op de grens Winsum-Bedum, Trekweg naar Onderdendam (bron: Beeldbank Groningen, Identificatienummer NL-GnGRA_818_18050)
Oorspronkelijk waren de palen voorzien van een zwarte bovenkant. Na de invoering van voorrangswegen in 1937 werd de kop oranje als de paal op een voorrangsweg stond. Van het gietijzeren paaltje waren meerdere typen in gebruik. Zo functioneerden ze ook als provinciegrenspaaltje. Op de ene vleugel staat dan de lettercombinatie Pr. en op de andere Gr. (Provincie Groningen). Naast de brug over het Oldenhoofse kanaal in Feerwerd is op raadselachtige wijze zo’n grenspaaltje terechtgekomen. Verder waren er nog paaltjes met de letters Dr. en een cijfer, soms met nog een kleine letter. In Zuidbroek bevindt zich het paaltje Dr 26c. Het cijfer geeft de kilometers aan en de letter dat er tussen 26 en 27 nog twee duikers liggen, namelijk 26a en 26b.
De oorspronkelijke km-nummering begon bij de waterpomp op de Grote Markt in Groningen. Naar Winsum toe liep de telling via het Boterdiep door Bedum (paal 11) en Onderdendam (paal 15) om in Winsum aan te komen. In Winsum of Obergum moet paaltje 19, 19½ of 20 hebben gestaan. De telling is in zoverre verwarrend omdat er ook een telling vanuit Appingedam begon.
Winsumer kilometerpalen
In Winsum en Obergum staan negen palen, mogelijk meer, maar die zijn (nog) niet ontdekt. Soms staan ze vlak voor het huis of in de tuin; een enkele is minder zichtbaar en in een achtertuin geplaatst. Straatversiering van particulieren, maar helaas nergens de cijfers van de originele dorpspaaltjes.
Luit Terpstra uit de Schoolstraat heeft zo’n paaltje voor zijn deur staan. Hij weet nog dat ze afkomstig zijn van het provinciale opslagdepot in Zoutkamp, nu het Visserijmuseum. Dat er in Winsum zoveel paaltjes staan, is te danken aan de hier wonende medewerkers van de Provinciale Waterstaat, onder anderen Luit. Hij vertelde dat het opslagdepot begin jaren negentig werd opgeheven en leeg moest worden opgeleverd. Op zolder lag een stapel paaltjes die naar de schrootverwerking zouden gaan. Medewerkers die belangstelling hadden, mochten ze ook mee naar huis nemen. Diverse paaltjes zijn vervolgens her en der voor een deur of in een tuin beland. In Obergum zijn ze te vinden in de Tuinbouwstraat, de Schoolstraat en de Westerstraat, en in Winsum in de Reitdiepstraat en de C.F. Sytzmastraat.
Het enige paaltje dat zich nog nabij de oorspronkelijke locatie bevindt, staat naast boerderij Enne Jans Heerd op de wierde van Maarhuizen. Het cijfer 22½ km klopt precies met de Wegkaart der Provincie Groningen. Het paaltje is sterk verroest en ooit verplaatst van de provinciale weg naar de tuin.
Er zijn in onze provincie ongeveer 100 paaltjes te vinden, velen dienen als sierobject in de tuin.
Bronnen:
- Kater, J. (1876). Wegkaart 1876. Beeldbank Groningen. https://mii.pm/JpWCX
- Oltmans, T. (n.d.). Ontwerp gietijzeren KM paaltje. Beeldbank Groningen. https://mii.pm/VOjE3
- Beeldbank Groningen. (n.d.). KM-paaltje 17 ½ grens Bedum-Winsum. Identificatienummer NL-GnGRA_818_18050.
- Schroor, M. (n.d.). De Atlas van Kooper: Oude kaarten van de provincie Groningen.
Diversen
1. Uitzending RTV-Noord
2. Paaltjes in de provincie