Het Reitdiepgebied kenmerkt zich door wierden, water en kerken. Alle drie lijken ze hun functie verloren te hebben. Toch zien we van elk de waarde in het landschap; daarom worden kerkjes opgeknapt, wierden aangevuld en oude waterlopen hersteld. Groot Wetsinge is kleiner dan Klein Wetsinge. Het voorvoegsel “Groot” duidt niet op de omvang, maar op de hoogte waarop eerstgenoemde plaatsje ligt. Duidelijk merk je dat je vanaf de N361 naar boven gaat. De bijna intact gebleven wierde van Groot Wetsinge heeft een pastorie met kerkhof, echter zonder kerk. Een smal kerkpad tussen de weiden voert naar het lager gelegen Klein Wetsinge, waar een zilvergrijze molen en kerktoren schitteren in het ochtendlicht.
In 1840 werd halverwege de vervallen godshuizen van de wierden van Sauwerd en Groot Wetsinge een nieuw kerkje gebouwd. Kerkgangers kent het Nederlands Hervormde zaalkerkje aan de Valgeweg niet meer, wel toeristen. Binnen oogt het nieuw; wie niet beter weet, heeft het gevoel in een feestzaal te zijn beland. Als ik vanaf de kansel naar de ingang kijk, zie ik een klein kerkorgel waar al jaren geen toon meer uit komt. Een smal wenteltrapje leidt naar boven; bij iedere tree hoor je het monotone geluid van het kerkuurwerk dichterbij komen. Naast de oude cijferplaat duwen radartjes de tijd vooruit. Via een loopbrug op zolder kom ik in de cockpit van de kerk, met uitzicht over het Reitdiepgebied. Hier waan ik mij heel even alleen in een drone die langzaam richting Garnwerd over de weilanden scheert.